In de rubriek ‘Het elftal van…’ blikken we in deze voetballoze maanden iedere week met een (oud-)lid van onze vereniging terug op zijn of haar favoriete Wageningen-elftal. Deze week doen we dat met Michiel Tolman.
Ik heb de full experience bij Wageningen mogen doormaken: van de mini’s onder leiding van Ada Parleviet tot mijn debuut bij Wageningen 1 onder Johan van Capelleveen.
In die periode zijn er een aantal spelers, trainers en coaches geweest die veel voor mij hebben betekend. Hieronder een greep uit deze groen-witte helden.
Keeper: Roy Rijsemus
Onverschrokken rots in de branding. Als je die man in de Rijn zou gooien zou de rivier acuut de Betuwe overstromen. Roy en ik hebben in veel teams samen gespeeld. Soms had hij een onverwachte grabbelbal, maar nog veel vaker schitterende reddingen. 1-op-1 was hij sowieso niet af te stoppen. Ik heb meerdere spitsen gezien die de bal schaapachtig bij hem inleverden op het moment dat hij schreeuwend uitkwam.
Linksachter: Pieter Kemp
Een zogeheten ‘moderne back’. Bestreek in een ademhaling de hele linkerflank. Met de intensiteit in zijn spel kon hij iedere speler met gemak de bal ontfutselen. Heeft zich gedurende de jeugd steeds meer in aanvallend opzicht ontwikkeld. Eigenlijk is hij altijd beter geweest dan zijn broer, die altijd een jeugdelftal hoger speelde.
Centrale verdediger: Gilbert Eijkelenboom
Serieus en gedreven. Rustige jongen die een tik uitdelen niet schuwde. Betrouwbaar achterin en bepalend om als team het spelletje tactisch te kunnen spelen.
Bij de latere Michel Hendriks-toernooien heb ik nog veel plezier beleefd aan hem, temeer omdat deze man van ons allen met afstand de fitste was. Overigens hier ook een shout-out naar Kim Litjens, de man die ons elk jaar weer bij elkaar bracht bij dit jaarlijkse toernooi. Helaas nooit met hem gespeeld in een jeugdteam, maar toch elke keer weer verbaasd als hij in de basis stond.
Centrale verdediger: Yoeri de Bruin
Bij Yoeri heb ik ooit een fout gemaakt door tegen hem te zeggen dat hij de spits van de tegenstander moest opvreten. Die arme jongen ligt volgens mij nu nog steeds aan het infuus. Yoeri was als geen ander fel maar ook zeer technisch. Hij maakte er op een gegeven moment een hobby van om rond de middenstip tot drie keer toe bij dezelfde speler weg te draaien.
Rechtsachter: Alexander Bongers
Snel en sterk. De man die mij in de D’tjes de buitenspelval inwijdde. Presteerde het ooit met een halve omhaal een eigen goal te maken. Dit soort acties waren meer regel dan uitzondering. Daarom verveelde je je nooit als je met hem speelde.
Linksmidden: Teun van Kooten
Hij speelde zeker niet altijd linksmidden, maar deze voetbalnomade speelde immers overal en nergens. Teun was koppend erg sterk, knalde er altijd lekker op en had de interessante neiging om altijd naar het gezicht van de tegenstander te kijken als hij een sprint met hem aanging. Verder kon je Teun op alle plekken op het veld kwijt, waar je hem ook neerzette, hij excelleerde altijd.
Mid-mid: Menno Savenije
De bal was verliefd op hem. De man had een schitterende techniek en was op veel momenten beslissend. Helaas was zijn lichaam van glas. Ik heb hem een aantal keer een horrorblessure zien oplopen. Daardoor is PSV 1 het helaas nooit geworden. Maar de potentie, inclusief het charisma, had hij zeker.
Rechtsmidden: Jano Ebbers
Ooit via mij bij de club gekomen. Maar qua club-status mij volledig voorbijgestreefd. Ongekende humor. En terwijl ik dit typ vanuit mijn huis in Amsterdam-centrum zie ik hem zijn snor drukken in de door Corona verlaten straten. We zien elkaar nog wekelijks, temeer omdat hij in mijn buurt de straat veilig houdt. We zijn vrienden voor het leven.
Rechtsvoor: Arjan Groeneveld
Arjan (Ar-re-jan) Groeneveld. Al in de E’tjes hadden ze bij deze jongen een kanon in zijn been geïnstalleerd. Na een grijze periode bij de concurrent in Noordwest toch weer teruggekeerd bij de club waar hij thuishoort. Met hem in het team zijn we een aantal keer kampioen geworden.
Spits: Jureno Augusto
Bij velen bekend. Gevreesd door tegenstanders. Als er gelachen werd, dan wist je dat Jureno niet ver weg was. Vanuit mijn positie centraal achterin of mid-mid heb ik menig bal op hem diep mogen geven. Dat was fantastisch om te doen, vooral omdat je wist dat hij de sprint ging winnen. Hij maakte ongelofelijk veel goals en kreeg/creëerde ongelofelijk veel kansen. Helaas hebben we in dorpen rondom Wageningen ook de lelijke kanten van voetbal mogen meemaken, als tegenstanders het niet konden hebben dat Jureno zoveel beter was dan de verdedigers.
Linksbuiten: Alex Baldwin
Serieus, dreigend en beslissend. Menig jeugdwedstrijd zijn we met een overwinning weggelopen door de goals van Alec. Hij had motivatie nodig, hoe meer positieve prikkels, hoe hoger de prestatie. Ik kan me een promotie-degradatie wedstrijd herinneren tegen Hoevelaken, de spanning zat er flink op, er was veel publiek en muziek. Dat samen met een donderspeech van Gerrit van Huenen en onderlinge opzwepende woorden. Alles was uit de kast getrokken. En ja hoor, Alec was ongrijpbaar voor de tegenstander en besliste de match.
Trainer: Gerrit van Huenen
Padre de familia. Een man met charisma en humor. Dat wist hij te combineren met een goede kijk op het spelletje. Misschien wel het belangrijkste, hij was een people-manager. Hij zorgde voor een groepssfeer en hij zorgde ervoor dat elke speler zich gehoord en gezien voelde. Ook onder hem hebben we een aantal mooie uitslagen geboekt.
Ik weet zeker dat hij zacht rust en dat hij zich, hem kennende, prima vermaakt.
Begeleider: Henk Tolman
Mijn vader (Henk Tolman) heeft veel tijd in de teams gestoken waar ik in speelde. Gerrit en hij konden het erg goed met elkaar vinden en hij was belangrijk om elke wedstrijd iedereen weer gemotiveerd te krijgen. Leuk was om te zien dat hij met alle jongens een goede band had. Ook nu nog als ze elkaar toevallig in de stad zien.