Ons tweede elftal speelde afgelopen zaterdag een competitiewedstrijd tegen het tweede van Kesteren. Linkshalf Bart Eulen schreef onderstaand wedstrijdverslag.

‘De ideale omstandigheden voor een potje voetbal’ waren de bemoedigende woorden van trainer Sander Coenen zaterdagochtend, rond de klok van elf. Vanuit de besprekingsruimte zagen veertien frisse (en minder frisse) spelers hoe het zachtjes miezerde boven het hoofdveld. En om deze op voorhand klassieke voetbalochtend te completeren, was het tweede elftal van Kesteren de opponent.

Het was om elf uur verzamelen, dus kwam om twee minuten over elf verloren zoon Alex zich melden, om het tweede van wat stootkracht voorin te voorzien. Zijn rentree bleek de opmars voor een nog veel grotere rentree, toen good-old Nico plots in de kleedkamer verscheen. Zes maanden na zijn vertrek naar Spanje – en met een gebruind lichaam waar menig zonnebankganger jaloers op is – nam Nico plaats alsof hij nooit was weggeweest.

Wageningen trad aan met een sterke formatie. De lijst afwezigen bleef beperkt tot Henk (knie), Willem (enkel) en Thyme (autobeurs in Rotterdam), dus was op voorhand de concurrentie voor een basisplaats groot. Aan de zijde van Wageningen begon Max op doel, na te zijn hersteld van de val over een bierkratje. De achterhoede bestond uit linksachter Daniel, aanvoerder zonder band Alfonso, aanvoerder met band Luuc, en Lars, de rechtsachter geleend van het eerste (met optie tot koop).

Met deze sterke verdediging was het voor de overige zes spelers (Jano, Matthijs, Tristan, Bart, Joeri, Nanno) enkel nog zaak om een paar doelpuntjes te scoren. Maar wat is een wedstrijd zonder spanning? Dat dacht ook Nanno, bij zijn eerste kans voor open doel zaterdagmiddag. Hij mikte hard op de binnenkant van de paal, waardoor het spel gelijk hervat kon worden met een tegenaanval.

Het bleef doelpuntloos tot de rust, om na de thee het aanvalsspel vol door te zetten. Daarin voltrok zich een pronkstuk. Diego Armando Maradona deed het tijdens het wereldkampioenschap van 1986 tegen Engeland. En Lars herhaalde dit. De rechtsachter slalomde zeventig meter met de bal als vriend aan zijn voet door de rood-zwarte pionnen van Kesteren, om met een weergaloze lob de score te openen.

Een dergelijk doelpunt verdiende meer toeschouwers. Een schouwburg had beter volstaan, voor een kunstvoorstelling van dit kaliber. De twee goals die Wageningen via Jano en invaller Michael daarna nog scoorde, verbleekten in vergelijking met de openingstreffer.

Nog even deed Kesteren iets terug. Het scoorde een doelpunt, dat was ze gegund. De wedstrijd eindigde en in het theatercafé verscheen ook Lars na afloop. De bezoekers uit Kesteren gaan voortaan niet meer naar de schouwburg. Één uitwedstrijd per seizoen naar Wageningen is wel genoeg.