In de rubriek ‘Het elftal van…’ blikken we in deze voetballoze maanden iedere week met een (oud-)lid van onze vereniging terug op zijn favoriete Wageningen-elftal. We trappen af met huidig eerste elftalspeler en bestuurslid Ruben van Bart.
Door Bart Eulen
Doelman: Roy Rijsemus
Een hele complete keeper. Totaal gestoord soms. Roy was zo gek om ook bij een 6-0 voorsprong nog zijn ziel en zaligheid in het duel te gooien. Alles om te voorkomen dat er toch een tegendoelpunt valt.
Linksachter: Christan Buurstee
Hij scoorde in zijn eerste wedstrijd namens Wageningen, op de Wageningen Cup, direct de openingstreffer tegen WAVV. Toonde enorm veel passie en inzet, gaf alles voor het spelletje. Daar houd ik wel van. En zo klinkt het misschien alsof-ie niet kon voetballen, maar dat kon hij ook wel aardig.
Centrale verdediger: Michiel Hendriks
Het was fijn om als broekie naast Michiel te spelen in de verdediging. Hij nam de tijd om je dingen uit te leggen en was zelf rustig aan de bal. Robuust in de duels, maar altijd vriendelijk buiten het veld. Een gezellige gozer in het team en onbewust ook een leider, zonder de boventoon te willen voeren.
Centrale verdediger: Guido Bosch
Een speler die de hele ploeg op sleeptouw kon nemen. En bikkelhard op het veld. Ik kreeg ooit eens een elleboog en terwijl de verzorger mij aan het behandelen was, kwam Guido naar me toe. ‘Wie was het?’ vroeg hij. En bij de volgende corner was het raak hoor. Dat is tegenwoordig niet meer voor te stellen.
Rechtsachter: Pieter Kemp
Ik had hem ook op rechtshalf of rechtsbuiten kunnen neerzetten. Pieter was soms ongrijpbaar. Kon gemakkelijk een tegenstander passeren en was razendsnel. Hij was in de jeugd al een talent, maar heeft zich ook bij de senioren nog behoorlijk ontwikkeld. Dat was mooi om te zien.
(Tekst gaat verder onder afbeelding)
Linker middenvelder: Marcel Jansen
Het maakte bij Marcel niet uit hoeveel tegenstander er om hem heen stonden, hij draaide zich er altijd wel tussenuit. Een van de beste spelers waarmee ik heb gespeeld. Hij had een geweldige pass en je kreeg hem niet van de bal af. Op vrijdagavond stond-ie altijd keihard te zuipen in de kroeg, en als hij dat dan een keertje niet deed, speelde hij als een natte krant. Voor zijn doen, want ook dan was-ie alsnog gewoon goed.
Rechter middenvelder: Bram Vanthoor
Misschien niet de beste speler voor in dit elftal, maar wel enorm nuttig. Een echte sportman, die altijd doorging. Toch zullen de meeste gasten hem herinneren als de slechtste zanger aller tijden. We speelden ooit tijdens een teamweekendje SingStar op de PlayStation en ik heb nog nooit iemand zó slecht horen zingen. Ook toen ging hij helaas gewoon door.
Aanvallende middenvelder: Richard ‘Budje’ Budding
Lange tijd was zijn volledige naam bij mij niet bekend. Iedereen noemde hem namelijk altijd bij zijn bijnaam: Budje. Ik denk dat het in mijn derde seizoen bij het eerste was, toen trainer Johan van Capelleveen tijdens de wedstrijdbespreking ‘Richard’ op de flip-over schreef. Ik was nog bleu en durfde niks te zeggen, maar had werkelijk geen flauw benul wie die Richard moest zijn. Onderweg naar de kleedkamer heb ik het toen zo voorzichtig mogelijk aan Patrick Kneepkens gevraagd. Ik wist het echt niet.
Budje speelde tijdens wedstrijden alsof er een elastiekje tussen de bal en zijn voet zat. Heel vaardig in de kleine ruimtes en hij beschikte over een fijne steekpass. Alleen verdedigen kende hij niet.
(Tekst gaat verder onder afbeelding)
Linksbuiten: Arjan van den Broek
Ik heb nagedacht over alle voorhoedes waarmee ik bij Wageningen heb gespeeld, maar een betere linksbuiten dan Arjan van den Broek heb ik eigenlijk niet meegemaakt. Het oogt allemaal zo gemakkelijk, zijn manier van voetballen. Aangespeeld worden op de zijlijn, naar binnen komen en op doel schieten. Hij kan een wedstrijd voor je openbreken.
Spits: Sonny Navest
De topscorer aller tijden van onze vereniging hè. Daar kan je niet omheen. Sonny is niet de meest bewegelijke of snelste aanvaller uit de geschiedenis van de club. Maar hij staat er wel altijd en pikt toch zijn doelpuntjes mee. Hij doet er een hoop voor om toch zo vaak mogelijk te kunnen trainen, ondanks alle drukte thuis en op zijn werk. Daar heb ik wel respect voor.
Rechtsbuiten: Patrick Kneepkens
Zeker de afgelopen tien jaar misschien wel elk seizoen de beste speler van de selectie. Niet voor niets al zo lang aanvoerder van het eerste. Hij speelt heel dienstbaar, loopt makkelijk van zijn tegenstander weg en pikt ook nog geregeld een doelpuntje mee. Met meer goede voetballers om hem heen, zie je hem helemaal opbloeien. Ik hoop dat we dat na de zomer ook weer gaan zien.
Coach: Johan van Capelleveen en Sander Coenen
Het zou makkelijk zijn om voor Johan als trainer te kiezen. Hij heeft mij ooit vanuit het vijfde naar het eerste gehaald. Dat leverde heel wat verbaasde gezichten op, waarvan ik er zelf ook één was. Een paar maanden eerder had ik namelijk voorzichtig bij de trainer van het tweede gevraagd of ik daar mocht meetrainen. Johan zag blijkbaar iets in me, maar een goede voetballer was ik duidelijk niet. Van hem heb ik een hoop geleerd.
En Sander, ja, dat is misschien wel de trainer die het meest uit een groep kan halen. Zijn grote kwaliteit vind ik zijn eerlijkheid. Hij maakt simpelweg geen onderscheid tussen spelers. En door zijn eigen fanatisme en inzet, kan hij een ploeg creëren die voor elkaar door het vuur gaat.